Nieuwe ontbossingswet heeft grote gevolgen
Impact op chocoladesector
Sinds 29 juni 2023 is de nieuwe verordening rond ontbossingsvrije producten (EU Deforestation-free Regulation, EUDR afgekort) in werking. Met een scala aan veeleisende, maar essentiële regels hoopt de EU om ontbossing en bosdegradatie wereldwijd een halt toe te roepen. De wetgeving legt een alomvattend verbod op de invoer én uitvoer van specifieke grondstoffen (zoals cacao) en hun afgeleide producten (zoals chocolade) die bijdragen aan ontbossing. Het is een ingrijpende verandering die verplichtingen en uitdagingen met zich meebrengen voor alle spelers in de toeleveringsketens van cacao en chocolade. We zetten het een op rijtje.
OPZET VAN DE VERORDENING IN EEN NOTENDOP
HET IS VIJF VOOR TWAALF
Elke minuut verliezen we in een alarmerend tempo bosgebieden ter grootte van 27 voetbalvelden. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) schat dat tussen 1990 en 2020 wereldwijd 420 miljoen hectare bos - een gebied groter dan de Europese Unie - verloren is gegaan. Ontbossing en bosdegradatie zijn op hun beurt belangrijke aanjagers van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies, de twee belangrijkste milieuproblemen van onze tijd. Maar liefst 90% van de ontbossing wordt toegeschreven aan de uitbreiding van landbouwgrond, waarbij de EU een belangrijke producent en consument is van de grondstoffen die daarmee gepaard gaan.
WAT BETEKENT DE WET CONCREET?
Het voornaamste doel van de nieuwe regelgeving is de Europese bijdrage aan klimaatverandering en biodiversiteitsverlies op wereldschaal terugschroeven. Maar de ambitie reikt verder dan ecologische doelen: de verordening streeft ook naar het veiligstellen van de bestaansmiddelen van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen die sterk afhankelijk zijn van bosecosystemen.
De grondstoffen die onder de nieuwe regelgeving vallen zijn: hout, rubber, rundsvlees, cacao, koffie, palmolie en soja. De afgeleide producten van die grondstoffen vervolledigen het lijstje, zoals leder, chocolade, papier en houtskool. Enkele uitzonderingen: voor koekjes met chocolade, palmolie en soja (lecithine) die gebruikt worden als ingrediënt in chocoladevullingen geldt de verordening niet, omdat deze enkel van toepassing is op marktdeelnemers en handelaren, niet voor gebruikers. Hetzelfde geldt voor papieren en kartonnen verpakkingen voor chocoladeproducten.
Hoewel geen enkel land of product a priori uitgesloten is, wordt de in- en uitvoer van grondstoffen en producten die onder de EUDR vallen verboden als ze afkomstig zijn van ontbost land of degradatie van bossen na 31 december 2020. Concreet betekent dit dat een fabrikant die cacao of chocolade aankoopt, verwerkt tot couverture of een chocolade eindproduct en opnieuw de markt opstuurt, moet nagaan of aan de zorgvuldigheidsprocedure (zie verder) moet voldaan worden.
WANNEER GAAT DIT VAN START?
De verordening is officieel ingegaan op 29 juni 2023. Grote bedrijven hebben 18 maanden (tot 30 december 2024) om de nieuwe verplichtingen toe te passen. Voor kleine ondernemingen geldt een overgangsperiode van 24 maanden (tot 30 juni 2025).
VOOR WIE GELDT DE NIEUWE WET?
Om hier een sluitend antwoord op te bieden, maken we een onderscheid tussen kmo’s (kleine en middelgrote ondernemingen) en grote bedrijven.
GROTE BEDRIJVEN
Onder grote bedrijven verstaan we ondernemingen die aan minimaal 2 van volgende criteria voldoen:
- balanstotaal ≥ € 20 miljoen
- netto-omzet ≥ € 40 miljoen
- ≥ 250 werknemers
De zorgvuldigheidsprocedure is verplicht voor alle grote ondernemingen die als eerste cacao of chocolade op de Europese markt brengen of naar buiten de EU exporteren (= marktdeelnemers) of verhandelen (= handelaren). Koopt u met andere woorden cacao of chocolade rechtstreeks aan in een origineland om te verwerken of te verhandelen en voldoet u aan minimaal twee van de drie criteria, dan valt u onder bovengenoemde groep.
KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN
We spreken over een kmo als aan twee van de volgende drie voorwaarden is voldaan:
- balanstotaal van € 4 tot € 20 miljoen;
- netto-omzet van € 9 tot € 40 miljoen;
- ≤ 250 werknemers.
Kmo's hoeven zelf geen zorgvuldigheidsprocedure uit te voeren als deze al uitgevoerd is voor de grondstoffen en producten die op de Europese markt zijn gebracht. Is dit voor u het geval, moet u de referentienummers van de zorgvuldigheidsverklaringen van uw leveranciers verkrijgen en delen.
Daarnaast bent u verplicht om onderstaande informatie te verschaffen aan de volgende schakel in de toeleveringsketen en deze te bewaren voor vijf jaar:
- contactgegevens van uw leveranciers;
- referentienummers van de zorgvuldigheidsverklaringen van uw leveranciers;
- contactgegevens van de bedrijven waaraan u levert.
Zijn er nog geen zorgvuldigheidsprocedures uitgevoerd op uw producten? Dan bent u als kmo verplicht dit zelf te doen. Koopt u met andere woorden als kmo chocolade aan bij een couverturefabrikant, dan kunt u zich beroepen op de referentienummers van de zorgvuldigheidsverklaringen van uw leverancier. Voert u als kmo zelf rechtstreeks cacao in om bean-to-bar chocolade te maken, dan bent u zelf verantwoordelijk voor de zorgvuldigheidsvereisten.
3 FASEN VAN DE ZORGVULDIGHEIDSPROCEDURE
Alle marktdeelnemers en handelaren die als eerste cacao en chocolade op de Europese markt willen brengen of naar buiten de EU willen exporteren, moeten de zorgvuldigheidsprocedure doorlopen en een zorgvuldigheidsverklaring indienen bij de bevoegde nationale autoriteit.
De procedure omvat drie fasen.
FASE 1: INFORMATIE VERSCHAFFEN
De eerste fase is informatie verschaffen over de grondstoffen en de afgeleide producten: van de hoeveelheid, tot de leverancier en het land van oorsprong. Daarnaast moet u de geografische coördinaten kennen van de percelen waarop uw cacao werd geteeld. Met deze informatie kan een verband worden gelegd tussen chocolade die op de markt komt en het perceel waarop het is verbouwd. Dit is essentiële informatie voor de controle op ontbossing.
Vergeet bovendien niet dat elk land een aparte, lokale wetgeving kan hebben op het gebied van arbeids- of mensenrechten. Dankzij de naleving van de wetgeving in het land van oorsprong worden de rechten van de inheemse volkeren en lokale gemeenschappen gerespecteerd.
Opgelet: de verplichtingen variëren naargelang het risiconiveau van het land van oorsprong. Zijn uw producten afkomstig uit landen met een laag risico, dan volstaat de eerste fase uit de zorgvuldigheidsprocedure. Bij een gemiddeld of hoog risico bent u ook verplicht om aan fase 2 en 3 te voldoen. Voorlopig worden alle landen als ‘standaard’ aanschouwd, totdat de Europese Commissie een vergelijkend beoordelingssysteem publiceert.
FASE 2: RISICOANALYSE EN -BEOORDELING
Met alle verzamelde informatie kunt u verder naar het analyseren en beoordelen van het risico dat de regels niet worden nageleefd in uw toeleveringsketen. U moet kunnen aantonen dat u voorzichtig was en voldoende inspanning leverde om risico’s te beperken. Hierbij houdt u rekening met:
- de risicoclassificatie van het land van oorsprong;
- de aanwezigheid van bossen en/of inheemse volkeren;
- de mate van ontbossing of bosdegradatie;
- nationale kwesties zoals schendingen van mensenrechten, de complexiteit van de toeleveringsketen en eventuele eerdere schendingen van leveranciers met betrekking tot alle regels.
FASE 3: RISICOVERLAGENDE MAATREGELEN
Blijkt uit fase 2 dat de risico’s niet verwaarloosbaar zijn, dan dringen passende maatregelen zich op om inbreuken in de toekomst te vermijden. Ga bijvoorbeeld op zoek naar aanvullende informatie of documenten of voer onafhankelijke audits uit. Deze risicoverlagende maatregelen dienen minstens één keer per jaar herzien te worden.
WAAR WORDT ALLE INFORMATIE GERAPPORTEERD?
Het uitvoeren van de verplichtingen voor het zorgvuldigheidssysteem is een eerste stap, maar alle verzamelde informatie moet toegankelijk en raadpleegbaar zijn. Hiervoor ontwikkelt de Europese Commissie een informatiesysteem dat tegen eind 2024 operationeel zal zijn en waar alle marktdeelnemers en handelaren hun informatie kunnen invoeren. Momenteel starten piloottesten met een 100-tal ondernemingen uit alle betrokken sectoren en uit alle EU-landen.
“Sancties voor het niet-naleven van de verordening
lopen op tot max. 4% van de jaaromzet"
CONTROLES EN SANCTIES
Elke EU-lidstaat is verantwoordelijk voor het naleven van de regels rond ontbossing van de nieuwe verordening. De controles worden uitgevoerd op basis van het risico van het land van herkomst. De aangestelde autoriteiten zullen bij grondstoffen uit hoog risicogebied 9% van de marktdeelnemers en handelaren controleren. Voor standaardrisico’s bedraagt dit 3% en voor lage risico’s 1%. Voor het niet-naleven van de regels worden sancties opgelegd die kunnen oplopen tot maximaal 4% van de jaaromzet.
CHOPRABISCO ONDERSTEUNT HAAR LEDEN
“De verordening brengt ingrijpende veranderingen met zich mee voor elke speler in de chocoladesector en dat zorgt voor grote bekommernissen”, beaamt Mieke Callebaut van Choprabisco. “Als sectororganisatie volgen we de ontwikkelingen op de voet, zodat we onze leden kunnen informeren rond wettelijke verplichtingen en praktische tips. Hoewel het op bepaalde vlakken nog koffiedik kijken is, willen we alvast één tip meegeven: ga tijdig in gesprek met uw chocoladeleverancier of cacao-aanbieder om de gevraagde gegevens te verzamelen en de zorgvuldigheidsverplichtingen na te komen. Bespreek met uw klanten welke informatie zij van u verwachten. Werk dus samen met alle spelers in uw toeleveringsketen en wacht niet tot eind 2024. Ten slotte verwijzen we graag naar de website van Federale Overheidsdienst Volksgezondheid voor meer informatie. Voorbereiding is namelijk 90% van het succes, maak er een goed voornemen van.”