SNEL EN DOELTREFFEND HYGIENE TESTEN MET ATP-METERS
Mogelijkheid om proactief te kunnen reageren op een vuil werkoppervlak
Bij het reinigen van toestellen en werkruimtes vertrouwen we vaak op onze ogen om vast te stellen of alle werkoppervlakken schoon en vrij van residuen zijn. Onze ogen zien echter niet alles. Vandaar zijn er hygiënetesten ontwikkeld die een betrouwbaarder beeld geven van de hygiëneniveaus op de geteste werkoppervlakken. Bij deze hygiënetesten onderscheiden we een microbiologische variant en een variant die het ATP-niveau meet. Het zijn net die ATP-meters die we in dit artikel belichten. De populariteit van deze metingen groeit gestaag, niet alleen omdat ze enorm snel zijn, maar ook eenvoudig zelf uitgevoerd kunnen worden.
DEFINITIE ATP
ATP is de afkorting voor adenosinetrifosfaat. Dit is de universele 'brandstof' voor het energiemetabolisme van elke levende cel. Deze ATP-moleculen zijn aanwezig in elke levende cel. Aangezien ATP zowel in micro-organismen voorkomt, als in voedingsresten en in ander organisch materiaal, is ATP aanwezig in vrijwel elk voedselresidu dat achterblijft op, voor het oog, goed gereinigde werkoppervlakken. Bijkomend is ATP niet alleen aanwezig in voedingsresiduen, maar ook in eventueel op het oppervlak aanwezige micro-organismen.
DOEL ATP-METERS
Een goede hygiëne speelt een cruciale rol in het kwaliteits- en voedselveiligheidsbeleid van de voedingssector. Een verontreiniging van werkoppervlakken en -ruimtes wordt vaak als een kritisch controlepunt beschouwd. Aangezien vrijwel elk achterblijvend voedselresidu ATP-moleculen bevat, zijn deze testen uitermate geschikt om de verontreiniging van een werkoppervlak te meten, zelfs na een eerste reiniging.
Dirt test
Het consequent meten van ATP-niveaus maakt dan ook deel uit van een goed en adequaat systeem voor hygiënemonitoring. De nadruk bij ATP-meters ligtop het meten van concentraties van ATP-moleculen en is dus in feite een 'dirt test', die onmiddellijk aangeeft hoe goed een oppervlak gereinigd werd.
MEETPRINCIPE
Het meetprincipe van een ATP-test is gebaseerd op de reactie tussen de hoeveelheid ATP die met behulp van een swabstaafjeop een bepaald oppervlakverzameld wordt, en het enzym luciferin-luciferase (afkomstig van Amerikaanse vuurvliegjes). Bij die reactie komt een hoeveelheid licht vrij die door een luminometer geregistreerd wordt en kwantitatief uitgedrukt wordt in Relative Light Units (RLU). Het testbuisje bevat een constante hoeveelheid enzym, dus hoe meer ATP er verzameld wordt, hoe hoger de RLU-waarde en hoe groter de verontreiniging van het geteste oppervlak.
Interpretatie
Vanaf welke RLU-waarde moet men een oppervlak als vuil beschouwen? In de praktijk wordt de ondergrens vaak ingesteld op een RLU-waarde van 150. Tussen 150 en 400 RLU ligt dan dekritische zone en boven de400 RLU is een oppervlak vuil. Terugvallen op gegevens uit de literatuur is echter altijd gevaarlijk, omdat factoren als ouderdom en slijtage van de oppervlakken (bijvoorbeeld krassen waar vuil zich kan ophopen) een belangrijke rol spelen. De aangewezen methode is om het reinigen, desinfecteren en meten een aantal keren te herhalen tot de RLU-waarde niet meer daalt. Dit is dan de ondergrens, twee- tot driemaal die waarde is de kritische zone en alles wat daarboven ligt, moet als vuil bestempeld worden.
Merkafhankelijk: met of zonder versterker
Tot slot is het belangrijk omte weten dat RLU-waarden opeen luminometer merkafhankelijk kunnen zijn. Oudere instrumenten werken nog met een 'versterker' in het instrument om het lichtsignaal te versterken en meetbaar te maken. Daardoor zal men hogere grenswaarden hanteren. Op moderne instrumenten is een 'versterker' niet meer nodig en is de ondergrens meestal 20 en de bovengrens 40 RLU geworden.

